X wordt in 2018 strafrechtelijk veroordeeld voor de handel in chemische stoffen die gebruikt kunnen worden voor de productie van synthetische drugs. In dat jaar krijgt hij een aanslag IB 2015, gebaseerd op een uit een FIOD-onderzoek gebleken resultaat uit overige werkzaamheden van ruim € 2 miljoen en een boete van 100% (ruim € 1 miljoen).
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de inspecteur de tijdige verzending van de primitieve aanslagen IB en Zvw niet aannemelijk maakt. Echter, dit leidt niet tot nietigheid omdat aan de vereisten voor navordering is voldaan en de aanslagen door de rechtbank geconverteerd worden in navorderingsaanslagen. De rechtbank oordeelt verder dat X de vereiste aangifte niet heeft gedaan omdat hij inkomsten uit de handel heeft verzwegen. De schatting door de inspecteur van het door X genoten resultaat is onredelijk, de rechtbank maakt zelf een schatting. De rechtbank oordeelt over de vergrijpboete dat de termijn voor het opleggen van de boete is vervallen met het verlopen van de aanslagtermijn. De boete dient dan ook te worden vernietigd.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Algemene wet inzake rijksbelastingen 11
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 18 mei