Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X geen recht heeft op vergoeding van de wettelijke rente over de teruggegeven belasting. Ook heeft X geen recht op een immateriële schadevergoeding vanwege de FIOD-inval.
Nadat X in 2015 vrijwillig opgave doet van zijn buitenlandse vermogen bij een Zwitserse bank en aangifte inkomstenbelasting doet over de jaren 2015 - 2017 legt de inspecteur IB-aanslagen 2015 - 2017 op. Na het bezwaar van X zegt de inspecteur in de beroepsfase toe dat hij de aanslagen zal verminderen conform de ingediende aangiften. X verzoekt vervolgens om vergoeding van de wettelijke rente over de teruggaven naar aanleiding van de verminderingsbeschikkingen. Daarnaast verzoekt X om een immateriële schadevergoeding van € 4000, omdat hij een trauma heeft opgelopen door de FIOD-inval, en een materiële schadevergoeding van € 3000.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X geen recht heeft op vergoeding van de wettelijke rente over de teruggegeven belasting. Voor de IB-heffing is in de Awb en de Invordering namelijk een andere regeling getroffen. Ook heeft X geen recht op een immateriële schadevergoeding in verband met het door hem opgelopen trauma. Volgens de rechtbank bestaat pas recht op een dergelijke schadevergoeding als sprake is van ernstige psychische schade. Dat is hier niet het geval. Ten aanzien van de materiële kosten, zoals de kosten die X heeft gemaakt voor zijn advocaat en belastingdeskundigen, merkt de rechtbank op dat art. 8:75 Awb de rechter een exclusieve mogelijkheid biedt om de inspecteur te veroordelen tot het betalen van de kosten die X heeft gemaakt. De rechtbank wijst het verzoek om een materiële schadevergoeding af.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 18 mei
Carrousel: Carrousel