Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X over het jaar 2012 geen recht heeft op alleenstaande-ouderkorting omdat zijn dochter niet staat ingeschreven op zijn adres in de gemeentelijke basisregistratie personen. Deze inschrijving is leidend en niet de feitelijke woonsituatie.

Belanghebbende, X, claimt toepassing van de alleenstaande-ouderkorting voor het jaar 2012. X stelt dat de feitelijke woonsituatie van zijn dochter zwaarder moet wegen dan de inschrijving in de gemeentelijke basisregistratie personen. Zijn dochter heeft het gehele jaar 2012 gewoond op het adres van X.

Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X over het jaar 2012 geen recht heeft op alleenstaande-ouderkorting omdat zijn dochter niet staat ingeschreven op zijn adres in de gemeentelijke basisregistratie personen. Het feit dat de dochter gedurende dit gehele jaar wel bij X heeft gewoond, kan niet tot een ander oordeel leiden gelet op de duidelijke wettelijke voorwaarde van inschrijving in de gemeentelijke basisregistratie personen. Er is voorts geen sprake van schending van het discriminatieverbod als bedoeld in art. 26 IVBPR en art. 14 EVRM (zie HR 11 juli 2008, nr. 42 106, BNB 2008/243). Het hoger beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 8.15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 16 maart

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen