Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat X reeds in 2011 een voordeel uit hennepteelt heeft genoten ter grootte van € 14.202. Het voordeel moet worden verminderd met een bedrag van € 4400 aan elektriciteitskosten.

Belanghebbende, X, is in 2013 door de strafkamer van Rechtbank Rotterdam veroordeeld voor de teelt van hennep. X heeft tegen deze uitspraak van de strafrechter hoger beroep ingesteld. In geschil is of de inspecteur in 2011 terecht een bedrag van € 14.202 als resultaat uit overige werkzaamheden heeft bijgeteld in verband met de hennepteelt.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur aannemelijk heeft gemaakt dat X reeds in 2011 een voordeel uit hennepteelt heeft genoten ter grootte van € 14.202. Gelet op hetgeen de politie op 6 april 2012 heeft aangetroffen acht de rechtbank aannemelijk dat de hennepkwekerij al langere tijd in bedrijf was en dat X daaruit ook in 2011 al voordeel moet hebben genoten. De inspecteur heeft het voordeel terecht aangemerkt als resultaat uit overige werkzaamheden. Het voordeel moet wel worden verminderd met een bedrag van € 4400 aan elektriciteitskosten. Nu X nog niet bij onherroepelijke uitspraak door de Nederlandse strafrechter is veroordeeld, is de aftrekuitsluiting van art. 3.14 lid 1 onderdeel d Wet IB 2001 namelijk niet van toepassing. Interne compensatie is in dit geval in strijd met het vertrouwensbeginsel. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.14-1-d

Wet inkomstenbelasting 2001 3.90

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 25 januari

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen