Belanghebbende, X, stelt op 3 juni 2015 een vraag aan de gemeente over het veranderen van zijn uitrit. Dit doet hij via een digitaal aanvraagformulier. Per e-mail van 4 juni 2015 verzoekt de gemeente X om de aanvraag aan te vullen voor een vooroverleg (leges € 203) of het verzoek tot vooroverleg in te trekken om vervolgens een uitwegvergunning aan te vragen. Per e-mail van 30 juni 2015 vraagt X de gemeente opnieuw om verlaging van de stoeprand met het doel een verlaagde inrit en een extra parkeerplaats te krijgen. De gemeente reageert hierop en legt op 8 juli 2015 X een aanslag leges op van € 203.
Hof Amsterdam oordeelt dat het door X online ingediende aanvraagformulier kwalificeert als een aanvraag voor het voeren van een vooroverleg als bedoeld in de legesverordening en de daarbij horende tarieventabel. Aan deze kwalificatie doet niet af dat het X, naar hij heeft gesteld, mede erom ging om van de gemeente informatie te verkrijgen over de inrichting van de openbare ruimte ter plaatse van zijn woning. De heffingsambtenaar heeft terecht een bedrag van € 203 aan leges geheven van X. Het hof stelt vast dat de aanvraag in beginsel in behandeling is genomen op 17 juni 2015 maar dat op dat moment nog de optie open stond om de aanvraag in te trekken. Nadat X volgens de rechtbank op 30 juni 2015 aanvullende informatie heeft verstrekt, is de aanvraag materieel in behandeling genomen door de gemeente. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 18 oktober