Hof Amsterdam overweegt dat X zowel in haar bezwaar tegen de aanslag ib/pvv 2003 als in haar verzoek om een beschikking te nemen als bedoeld in artikel 6.2a, eerste lid, Wet IB 2001 terecht niet-ontvankelijk is verklaard.

De inspecteur heeft op 9 maart 2005 aan X voor het jaar 2003 een aanslag in de ib/pvv opgelegd conform de aangifte. X heeft op 15 augustus 2010 een "hernieuwde aangifte" ib/pvv 2003 (hierna: tweede aangifte) aan de inspecteur gezonden. Daarin neemt X een bedrag van € 65 895 op als persoonsgebonden aftrek wegens door haar gedane uitgaven voor levensonderhoud voor haar ex-partner. De tweede aangifte wordt door de inspecteur als bezwaarschrift tegen de aanslag ib/pvv 2003 aangemerkt. Het bezwaarschrift wordt niet ontvankelijk verklaard. De inspecteur heeft de tweede aangifte van X behandeld als een verzoek om ambtshalve vermindering en dit verzoek afgewezen. X verzoekt de inspecteur bij fax van 12 juli 2010 om een beschikking als bedoeld in artikel 6.2a, eerste lid, Wet IB 2001 af te geven voor het jaar 2003 voor een bedrag van de niet in aanmerking genomen persoonsgebonden aftrek ad € 54 524. De inspecteur wijst dit verzoek op 31 augustus 2010 af. Tegen deze afwijzing heeft X bij brief van 27 september 2010 bezwaar gemaakt. Dit bezwaar is op 16 november 2010 niet-ontvankelijk verklaard. Uiteindelijk komt X  in hoger beroep. In geschil is of X terecht niet-ontvankelijk is verklaard in haar bezwaren gericht tegen de aanslag ib/pvv 2003 en tegen het niet afgeven van de beschikking als bedoeld in artikel 6.2a, eerste lid,  Wet IB 2001. Hof Amsterdam overweegt in navolging van de rechtbank dat X terecht wegens  termijnoverschrijding niet-ontvankelijk is verklaard in haar bezwaar tegen de aanslag ib/pvv 2003. Overspannenheid van X leidt volgens het hof niet tot verschoonbaarheid van de termijnoverschrijding. Ook is X terecht niet ontvankelijk verklaard in haar verzoek om een beschikking te nemen als bedoeld in artikel 6.2a, eerste lid, Wet IB 2001. Op het moment van X' verzoek is er geen grond voor de inspecteur om de gevraagde beschikking af te geven. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.2a

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 16 mei

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen