Op basis van informatie van een tipgever die zich in maart 2009 heeft gemeld, legt de inspecteur over de jaren 2003 t/m 2007 navorderingsaanslagen IB/PVV op aan X met heffingsrente- en boetebeschikkingen. In beroep verzoekt X de rechtbank om de tipgever te laten horen. Rechtbank Gelderland wijst dit verzoek af. De geheimhoudingskamer van Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de identiteit van de tipgever niet geheim mag blijven.
Hof Arnhem-Leeuwarden verbindt geen gevolgen aan de weigering van de inspecteur om gevolg te geven aan de uitspraak van de geheimhoudingskamer om de identiteit van de tipgever bekend te maken. Doordat de inspecteur de identiteitsgegevens van de tipgever niet heeft verstrekt, is het de facto onmogelijk geworden om de tipgever als getuige te horen, maar het hof oordeelt dat het horen van de tipgever niet noodzakelijk is voor de waarheidsvinding. Uit de feiten blijkt bijvoorbeeld duidelijk dat de inspecteur bij het opleggen van de navorderingsaanslagen voldoende voortvarend heeft gehandeld. Het horen van de tipgever zal geen ander licht op de zaak werpen. Het horen van de tipgever draagt evenmin bij aan de waarheidsvinding over de bewijskracht van de stukken van de tipgever en de (on)rechtmatigheid van het verkregen bewijs c.q. de uitsluiting van dat bewijs. De boeten zijn door het overlijden van X te komen vervallen, zodat het hoger beroep van de erven van X (belanghebbenden) wel gegrond is. Zij hebben tevens recht op een schadevergoeding van € 4000 wegens overschrijding van de redelijke termijn.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:31
Algemene wet bestuursrecht 8:29
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 9 juni