Hof Den Haag oordeelt dat X heeft bewezen dat hij zijn auto niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden heeft gebruikt, dit hoewel de rittenadministratie niet aan alle vereisten van de Uitvoeringsregeling IB 2001 voldoet. 

Belanghebbende, X, verschilt met de inspecteur van mening over de bijtelling voor privégebruik van een aan hem ter beschikking gestelde auto. Hof Den Haag oordeelt dat X heeft bewezen dat hij zijn auto niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden heeft gebruikt, dit hoewel de rittenadministratie niet aan alle vereisten van de Uitvoeringsregeling IB 2001 voldoet. Voor het hof is het voldoende dat een administratie in combinatie met andere bewijsmiddelen ten minste zodanig sluitend is dat daaruit eenduidig kan worden afgeleid hoeveel kilometers met de auto zakelijk en privé is gereden. In de administratie van X staan vermeld de plaatsnamen, maar er ontbreekt een vermelding van de volledige begin- en eindadressen. Het hof verbindt aan het voorgaande geen consequenties, nu X voor het jaar 2000 zijn administratie op dezelfde wijze heeft gedaan en de inspecteur deze omissie destijds zonder voorbehoud heeft aanvaard. De inspecteur heeft twijfel gezaaid over het karakter van enkele autoritten, maar X heeft deze twijfel volgens het hof voldoende weggenomen. Het hof verklaart het hoger beroep van X gegrond. Het hof constateert een overschrijding van de redelijke termijn voor de behandeling in de ‘eerste fase' (bezwaar en beroep in eerste aanleg) maar acht deze overschrijding gerechtvaardigd gelet op de lange onderhandelingen die hebben geleid tot een vaststellingsovereenkomst over de optierechten en gelet op het feit dat X de in 2006 toegezegde nadere bewijsstukken pas in 2010 heeft verstrekt.  

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.145

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting, Huwelijksvermogensrecht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 17 mei

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen