Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat bij de WOZ-waardering van de woning voldoende rekening is gehouden met de ligging in het aardbevingsgebied in de provincie Groningen.

Belanghebbende, X, is eigenaar van een woning gelegen in het gaswinningsgebied van de NAM. In geschil is of de gemeente bij het bepalen van de WOZ-waarde voldoende rekening heeft gehouden met de ligging.

Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat bij de WOZ-waardering van de woning voldoende rekening is gehouden met de ligging in het aardbevingsgebied in de provincie Groningen. De rechtbank ziet, anders dan partijen, in de ontwikkelingen in het aardbevingsgebied geen aanleiding om de toestandsdatum te verleggen van 1 januari 2013 naar 1 januari 2014. Wat betreft de waardebepaling overweegt de rechtbank dat in januari 2013 bekend werd dat de bodemgesteldheid in het gaswinningsgebied zodanig is dat er een kans bestaat dat zich aardbevingen zullen voordoen met een kracht van 5.0 op de Schaal van Richter. De waardedruk die dit met zich meebrengt komen volgens de rechtbank (pas) tot uitdrukking in verkooptransacties die hebben plaatsgevonden na februari 2013. Dit is het geval bij de verkoopcijfers die de gemeente heeft gebruikt. De aan aardbevingen verbonden waardedrukkende factoren zitten verdisconteerd in de door de gemeente Appingedam aangedragen vergelijkingspercelen. De verkoopcijfers van deze woningen laten zien dat de WOZ-waarde van de woning van X niet te hoog is vastgesteld. Het beroep van X is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Wet waardering onroerende zaken 18

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Noord-Nederland

Editie: 23 maart

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen