X is eigenaar van een woning en een gebouw. De WOZ-waarde van de woning is naar waardepeildatum 1 januari 2011 vastgesteld op € 787.000 en die van het gebouw op € 321.000. Rechtbank Gelderland stelt de WOZ-waarde van de woning nader vast op € 713.000 en vernietigt de WOZ-beschikking van het gebouw, wegens een onjuiste toerekening van grond aan het gebouw. De gemeente stelt een nieuwe WOZ-beschikking vast, waarbij de waarde wordt vastgesteld op € 326.000. X komt in hoger beroep. Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat het hoger beroep zich niet kan richten op de nieuwe beschikking voor het gebouw, omdat daartegen eerst bezwaar moet worden gemaakt. Het hoger beroep is in zoverre niet-ontvankelijk. Over de waarde van de woning oordeelt het hof dat de gemeente de waarde niet aannemelijk maakt. X stelt dat het gebruik van het bosperceel bij de woning beperkt is en dat daarom hieraan ten hoogste een bosgrondwaarde van € 1 per m² toegekend kan worden. Het hof acht dit aannemelijk. Het hof verwerpt het standpunt van de heffingsambtenaar dat, indien het bosperceel op € 1 per m² dient te worden gewaardeerd, aan de overige bij de woning behorende grond een hogere waarde toegekend moet worden. Het hof vermindert de waarde naar de waarde zoals die door X wordt voorgestaan, ad € 657.000.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 14 juli