Hof Den Haag beslist dat de ziektewet-uitkering van de in Spanje wonende X, in Nederland belast is. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
X woont tot maart 2012 in Nederland en daarna in Spanje. In zijn aangifte ib/pvv 2012 geeft X een Ziektewet-uitkering (ZW-uitkering) aan. Hij verzoekt de inspecteur dit bedrag niet in de heffing te betrekken ter voorkoming van dubbele belasting. Ook verzoekt X om vrijstelling van de premie volksverzekeringen over de ZW-uitkering. Bij het vaststellen van de aanslag wordt de ZW-uitkering in de heffing betrokken. Het bezwaar van X wordt afgewezen en diens beroep wordt ongegrond verklaard. X komt in hoger beroep.
Volgens Hof Den Haag (MK I, 23 januari 2018, BK-17/00698, V-N 2018/20.1.3) heeft de rechtbank terecht beslist dat de ZW-uitkering kwalificeert als loon verkregen in verband met een dienstbetrekking. De uitkering hangt ten nauwste samen met de door X in Nederland in dienstbetrekking verrichte werkzaamheden. Het heffingsrecht over de ZW-uitkering komt aan Nederland toe. Dit ingevolge art. 16 van het Verdrag Spanje-Nederland ter voorkoming van dubbele belasting. Gelet op art. 11 Verordening 883/2004 in samenhang met de Nederlandse sociale zekerheidsbepalingen heeft de inspecteur terecht premie volksverzekeringen over de ZW-uitkering geheven. Het hoger beroep van X is ongegrond.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet op de loonbelasting 1964 10
Wet inkomstenbelasting 2001 7.2
Wet inkomstenbelasting 2001 3.81
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Loonbelasting, Internationaal belastingrecht, Premieheffing
Instantie: Hoge Raad
Editie: 25 oktober