Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat voor de nieuwe na terugwijzing te nemen uitspraak op bezwaar een nieuwe termijn gaat lopen die even lang is als de termijn die gold voor het doen van de oorspronkelijke uitspraak. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

Aan de heer X is een aanslag erfbelasting opgelegd. Volgens X is de inspecteur uitgegaan van een onjuiste waarde van een verhuurde woning. Rechtbank Den Haag wijst de zaak terug naar de inspecteur aangezien de hoorplicht is geschonden. X stelt in hoger beroep dat een dwangsom aan de inspecteur moet worden opgelegd. Niet meer in geschil is dat de inspecteur binnen twee weken na de ingebrekestelling door X uitspraak op het bezwaar heeft gedaan.

Hof Den Haag (MK I, 12 december 2017, BK-17/00484, V-N Vandaag 2017/3027) oordeelt dat voor de nieuwe na terugwijzing te nemen uitspraak op bezwaar een nieuwe termijn gaat lopen die even lang is als de termijn die gold voor het doen van de oorspronkelijke uitspraak. Mocht de inspecteur deze nieuwe termijn weer overschrijden, dan bestaat voor X uiteraard weer de mogelijkheid tot het uitbrengen van een nieuwe ingebrekestelling. Het beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:19

Algemene wet bestuursrecht 4:18

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Schenk- en erfbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 25 oktober

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen