Hof Arnhem-Leeuwarden staat de 1,4% aftrek van de werkkostenregeling toe. X krijgt een immateriële schadevergoeding van € 3500, ondanks dat hij had ingestemd met het verlengen van de termijn voor het doen van uitspraak op bezwaar.

X woont in Nederland en is Rijnvarende. Zijn werkgever is geen LB-inhoudingsplichtige. Voor 2011 is in geschil of X de aftrek in verband met de werkkostenregeling – 1,4% van het loon uit tegenwoordige arbeid – kan toepassen en of de redelijke termijn is overschreden. In hoger beroep conformeert de inspecteur zich aan het primaire standpunt van X (zie HR 27 mei 2022, 21/01854, V-N 2022/26.5).

Hof Arnhem-Leeuwarden staat de 1,4% aftrek van de werkkostenregeling toe en verlaagt aldus het belastbare inkomen uit werk en woning. De redelijke termijn is met drie jaar en vijf maanden overschreden. De grootste overschrijding houdt verband met de duur van de bezwaarfase. De redelijke termijn daarvan wordt niet verlengd, ondanks dat X had ingestemd met het verlengen van de termijn voor het doen van uitspraak op bezwaar. X krijgt een immateriële schadevergoeding van €3500 en de totale proceskostenvergoeding voor bezwaar, beroep en hoger beroep wordt vanwege de samenhang met andere zaken vastgesteld op € 1347.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Wet inkomstenbelasting 2001 3.84

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 17 januari

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen