Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat voor de activiteiten van X geen sprake is van een objectieve voordeelsverwachting. Uit het verstrekte overzicht van de behaalde resultaten van beide activiteiten blijkt dat de resultaten tot en met het jaar 2018 op één jaar na uitsluitend negatief waren.
X drijft twee ondernemingen: een administratiekantoor en een onderneming die zich richt op het trainen/opvoeden van honden. Sinds 2008 is met uitzondering van één jaar steeds een negatief resultaat behaald. In geschil is of in 2015 ter zake van deze activiteiten sprake is van een bron van inkomen. Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat zij objectief gezien een positieve opbrengst zou kunnen behalen met de activiteiten. Daarbij is van belang dat er geen bedrijfsplan is en dat er geen gegevens van marktonderzoek zijn.
Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat voor de activiteiten van X geen sprake is van een objectieve voordeelsverwachting. Het hof overweegt dat uit het overzicht van de behaalde resultaten van beide activiteiten blijkt dat de resultaten tot en met het jaar 2018 op één jaar na uitsluitend negatief waren. Dit overzicht is gebaseerd op de door X zelf ingediende aangiften. Het hof verwerpt verder nog het beroep van X op het vertrouwensbeginsel. Dat de inspecteur tot en met 2014 de kwalificatie van de activiteiten als IB-onderneming steeds heeft gevolgd, maakt niet dat er sprake is van in rechte te beschermen vertrouwen. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden
Editie: 17 januari