Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur terecht € 4849 aan loonheffing in aanmerking heeft genomen. Uit de door hem overgelegde overzichten blijkt namelijk dat dit bedrag op het pensioen aan loonheffing is ingehouden. Op de uitkering van de SVB is geen loonheffing ingehouden. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Naast zijn AOW-uitkering geniet X ook een pensioen van A. Bij het opleggen van de IB-aanslag 2016 wordt rekening gehouden met € 4849 aan ingehouden loonheffingen. Volgens X is dat te weinig.
Hof 's-Hertogenbosch (V-N 2023/29.25.8) oordeelt dat de inspecteur terecht € 4849 aan loonheffing in aanmerking heeft genomen. Uit de door hem overgelegde overzichten blijkt namelijk dat dit bedrag op het pensioen aan loonheffing is ingehouden. Op de uitkering van de SVB is geen loonheffing ingehouden. Verder heeft X ook geen stukken overgelegd waaruit blijkt dat een hoger bedrag aan loonheffing is ingehouden. Het hof verwerpt verder nog de klachten van X dat het recht op een eerlijke procedure is geschonden en dat ten onrechte griffierecht is geheven. Het verzoek om de inspecteur of de FIOD op te dragen om een onderzoek in te stellen bij het pensioenfonds, omdat deze als inhoudingsplichtige onrechtmatig handelt door te weinig LB in te houden en af te dragen, wordt ook afgewezen. Het hof is daartoe niet bevoegd. Het hoger beroep van X is ongegrond. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 9.2