Belanghebbende, X, is gehuwd geweest met Y. In 2006 heeft de rechter in Marokko de echtscheiding tussen X en Y uitgesproken. In hoger beroep is (enkel) nog in geschil of over het jaar 2012 een bedrag van € 217 (2.400 dirham) voor aftrek in aanmerking komt als alimentatieverplichting aan de gewezen echtgenote (partneralimentatie). X stelt dat hij over de eerste acht maanden van 2012 maandelijks 100 dirham per kind, in totaal 300 dirham per maand, aan ‘verzorgingskosten' voor zijn kinderen heeft betaald, wat moet worden gekwalificeerd als een vorm van (partner)alimentatie. Voogdijvergoedingen komen volgens X naar Marokkaans recht aan de moeder toe voor de verzorging van de kinderen.
Hof Amsterdam oordeelt dat in de uitspraak in de Marokkaanse procedure drie soorten financiële vergoedingen aan de kinderen worden toegekend: kinderalimentatie, verzorgings- en woonkostenvergoeding. Uit de uitspraak valt geenszins af te leiden dat (een deel van) het bedrag betrekking zou hebben op verplichtingen jegens de gewezen echtgenote. De omstandigheid dat deze voor de kinderen bestemde bedragen aan de gewezen echtgenote zijn betaald, brengt volgens het hof niet mee dat deze financiële rechten van de kinderen als partneralimentatie kunnen worden aangemerkt. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.3