De Hoge Raad oordeelt dat het niet verstrekken van de niet-bewaarde privé-agenda’s met zakelijke afspraken geen overmacht is. De privé-agenda’s met de zakelijke gegevens behoren tot zijn administratie en vallen onder de bewaarplicht van zeven jaar.
X drijft in de vorm van een eenmanszaak een organisatie-, accountants- en (belasting)adviesbureau. Bij een boekenonderzoek verklaart X omzet te behalen met het tegen een vaste vergoeding verzorgen van aangiften voor mensen in zijn vriendenkring, dat hij afspraken met die particulieren in zijn privé-agenda's noteerde en dat hij daarin ook het aantal per week ingediende aangiften noteerde. In geschil is of X in het kader van een informatiebeschikking verplicht is om inzage te geven in die agenda's. Volgens Hof ’s-Hertogenbosch moet X inzage geven in die agenda's als daarin ook zakelijke afspraken staan. X gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat het niet verstrekken van de niet-bewaarde privé-agenda’s met zakelijke afspraken geen overmacht is. De privé-agenda’s met de zakelijke gegevens behoren tot zijn administratie en vallen onder de bewaarplicht van zeven jaar. De klacht van X over de onvolkomenheid bij de beëdiging van één of meer van de raadsheren die de bestreden uitspraak hebben gedaan, faalt eveneens (zie HR 21 oktober 2022, 22/02977, BNB 2023/24).
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 54
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Algemene wet bestuursrecht 10:3
Algemene wet bestuursrecht 7:2
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Algemene wet inzake rijksbelastingen 47
Instantie: Hoge Raad
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 8 april
Informatiesoort: VN Vandaag