Besluit Staatssecretaris van Financiën, 27 februari 2013, nr. BLKB2013/312M, Stcrt. 2013, 5951
De Staatssecretaris van Financiën heeft een nieuw besluit bekend gemaakt dat gaat over de bouwrente in de eigenwoningregeling. Onder bouwrente wordt verstaan de rente die de koper moet betalen aan de aannemer die betrekking heeft op de periode na het sluiten van de koop-/aannemingsovereenkomst tot het moment van levering van de grond. De Minister voor Wonen en Rijksdienst had aangegeven dat het wenselijk is dat de schuld aan de aannemer kwalificeert als eigenwoningschuld en dat de bouwrente aftrekbaar is als eigenwoningrente. Daarnaast wil hij dat de periode waarover de bouwrente wordt berekend niet meetelt voor de maximale termijn van 360 maanden waarin een eigenwoningschuld verplicht ten minste annuïtair moet worden afgelost. Vanuit die optiek keurt de staatssecretaris goed dat voor de beoordeling of de schuld aan de aannemer een eigenwoningschuld is, geen rekening hoeft te worden gehouden met de voorwaarden in artikel 3.119a lid 1 onderdelen b, c en d Wet IB 2001. Daarnaast keurt hij goed dat de periode waarover de bouwrente in rekening wordt gebracht niet van invloed is op de resterende maximale looptijd in maanden, bedoeld in artikel 3.119c lid 3 onderdeel d Wet IB 2001 of op de toepassing van de aflossingsstand in de zin van artikel 3.119d lid 2 Wet IB 2001.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 8 maart