Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X te laat bezwaar heeft gemaakt. De ontvanger bewijst dat de aanmaning en het dwangbevel zijn verzonden aan het adres van X.

X is het niet eens met de aan haar in rekening gebrachte aanmanings- en betekeningskosten van een dwangbevel in verband met niet terugbetaalde voorschotten kinderopvangtoeslag. De aanmaning dateert van 21 oktober 2015 en het dwangbevel van 9 november 2015. Het bezwaar van X is van 20 november 2018. De ontvanger verklaart het bezwaar kennelijk niet-ontvankelijk. X stelt in beroep dat zij de aanmaning en het dwangbevel niet heeft ontvangen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X te laat bezwaar heeft gemaakt. Volgens de rechtbank slaagt de ontvanger er, met de door hem overgelegde stukken, in om het bewijs te leveren dat de aanmaning en het dwangbevel zijn verzonden aan het adres van X. Uit deze stukken valt namelijk af te leiden dat zowel de aanmaning als het dwangbevel aan het postbedrijf ter verzending zijn aangeboden aan het adres van X. De ontvanger heeft het bezwaar van X tegen de aanmanings- en dwangbevelkosten terecht kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 6:11

Algemene wet bestuursrecht 6:7

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 10 juni

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen