Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat de omstandigheid dat X vof heeft verzocht om uitstel voor de motivering van het bezwaar en dit pas ruim anderhalf jaar later heeft gedaan geen bijzondere omstandigheid is die de redelijke termijn kan verlengen.

Aan X vof is in 2013 een BPM-naheffingsaanslag opgelegd, die na bezwaar is vernietigd. Volgens Rechtbank Gelderland is het beroep van X vof ongegrond, maar zij krijgt wel een immateriële schadevergoeding wegens het overschrijden van de redelijke termijn. De redelijke termijn wordt echter met één jaar verlengd, omdat X vof haar bewaar zeer laat heeft gemotiveerd. X vof gaat in hoger beroep. Wegens het bezigen van onnodig beledigend taalgebruik wordt haar gemachtigde hiervan uitgesloten.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de omstandigheid dat X vof heeft verzocht om uitstel voor de motivering van het bezwaar en dit pas ruim anderhalf jaar later heeft gedaan geen bijzondere omstandigheid is die de redelijke termijn kan verlengen (zie HR 19 februari 2016, 14/03907, V-N 2016/13.4). De immateriële schadevergoeding wordt daarom alsnog verhoogd tot € 2500. Het beroep van X vof is slechts in zoverre gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Algemene wet bestuursrecht 8:76

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 10 juni

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen