Rechtbank Gelderland oordeelt dat belanghebbende geen geloofwaardige verklaringen heeft geleverd voor de herkomst van grote bedragen contant geld. Omdat het geld afkomstig is uit een bron van inkomen die niet in de aangiften is vermeld, heeft belanghebbende voor deze jaren niet de vereiste aangiften gedaan.

Belanghebbende en zijn echtgenote worden naar aanleiding van een strafrechtelijk onderzoek, ingesteld door de FIOD in 2014, verdacht van witwassen, gewoonte witwassen en het opzettelijk onjuist of onvolledig doen van aangiften inkomstenbelasting. Uit het onderzoek blijkt dat zij in de jaren 2008 t/m 2014 ten minste € 1.497.126,06, grotendeels in contanten, aan luxe goederen hebben uitgegeven. De herkomst van deze gelden is onbekend. De inspecteur neemt de onderzoeksbevindingen van de FIOD over en legt (navorderings)aanslagen IB/PVV 2009 tot en met 2014 op. In geschil is of de aanslagen terecht en naar het juiste bedrag zijn opgelegd.

De rechtbank oordeelt dat belanghebbende geen geloofwaardige verklaringen en bewijsstukken heeft geleverd voor de herkomst van het geld. Het geld is afkomstig uit een bron van inkomen die niet in de aangiften is vermeld. Dit betekent dat belanghebbende voor deze jaren niet de vereiste aangiften heeft gedaan. De beroepen van belanghebbende zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Gelderland

Editie: 25 november

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen