Onder de naam ‘A’ exploiteert belanghebbende, X, een onderneming in de reclame- en advertentiebranche. In 2016 start hij, met twee andere vennoten, B vof. In zijn IB-aangifte 2016 claimt X de zelfstandigen- en startersaftrek. Volgens de inspecteur wordt echter niet aan het urencriterium voldaan.
Hof Amsterdam oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat hij in 2016 tenminste 1225 uren aan ondernemingsactiviteiten heeft besteed. De overgelegde urenregistratie bevat namelijk slechts getotaliseerde stelposten. Daarnaast acht het hof van belang dat de registratie achteraf is opgesteld en te globaal en onvoldoende gespecificeerd van aard is. Ook is nog van belang dat X in 2016 werkzaamheden in loondienst heeft verricht. Hij heeft namelijk 1086 uren voor C bv gewerkt en 336 uren voor D bv. De inspecteur heeft dan ook terecht voor het jaar 2016 geen zelfstandigen- en startersaftrek verleend.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.76
Wet inkomstenbelasting 2001 3.6
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 24 februari