Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur voor het jaar 2013 niet aannemelijk maakt dat sprake is van een kenbare fout. De giften aan stichting A en Scientology Kerk Amsterdam zijn aftrekbaar. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Belanghebbende, X, schenkt op grond van een op 5 november 2009 gepasseerde schenkingsakte gedurende tien jaren jaarlijks € 58.500 aan stichting A. A is per 1 januari 2008 aangemerkt als ANBI maar verliest deze status later met terugwerkende kracht. Tevens schenkt X in de jaren 2013 en 2014 bedragen aan de Scientology Kerk Amsterdam (SKA). Over de ANBI-status van SKA lopen sinds de afwijzing van de aanvraag in 2008 procedures. Deze leiden er uiteindelijk in 2016 toe dat de ANBI-status niet wordt verleend. X brengt de giften aan A en SKA in 2013 en 2014 in aftrek. De IB-aangifte 2011 wordt uitgeworpen in verband met de giften aan A en de IB-aangifte 2013 in verband met de controle van een lijfrente-uitkering. Na correctie van de lijfrente-uitkering wordt de aangifte 2013 verder gevolgd. Naar aanleiding van een onderzoek bij de bv van X legt de inspecteur IB-navorderingsaanslagen 2013 en 2014 op in verband met de ten onrechte in aftrek gebrachte giften. X stelt dat er voor het jaar 2013 geen sprake is van een kenbare fout en voor het jaar 2014 geen sprake is van nieuw feit.

Hof Den Haag (V-N Vandaag 2021/1204) oordeelt dat de inspecteur voor het jaar 2013 niet aannemelijk maakt dat sprake is van een kenbare fout. De giften aan A en SKA zijn aftrekbaar. Door alleen maar de lijfrente-uitkering te beoordelen, heeft de inspecteur onzorgvuldig gehandeld. Met X was namelijk uitgebreid gecorrespondeerd over de giftenaftrek in de IB-aangifte 2011. De inspecteur had, als hij de IB-aangifte met normale zorgvuldigheid had bekeken, aan de hand van de in de legger aanwezige informatie in redelijkheid moeten twijfelen aan de juistheid van de giftenaftrek. Hij had op grond daarvan nader onderzoek moeten verrichten. Gezien deze beoordelingsfout kan de inspecteur niet navorderen over 2013. Omdat de IB-aangifte in 2014 niet is uitgeworpen en automatisch is afgedaan, is voor dat jaar wel sprake van een voor X kenbare fout. Volgens het hof is er namelijk geen sprake van een pleitbaar standpunt.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

Lees ook het thema Navordering.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Algemene wet inzake rijksbelastingen 5b

Wet inkomstenbelasting 2001 6.33

Wet inkomstenbelasting 2001 6.32

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 1 april

22

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen