Belanghebbende, X MBH, is een naar Duits recht opgerichte Kapitalverwaltungsgesellschaft. X MBH verkrijgt aandelen in Nederlandse onroerendezaakrechtspersonen. Zij koopt deze aandelen namens een Duits Sondervermögen (SV Y) en treedt bij de koop op als fondsmanager van SV Y. SV Y heeft geen rechtspersoonlijkheid. De participanten in SV Y zijn ieder voor minder dan 1/3 deel gerechtigd tot de opbrengsten en waarde van de verkregen aandelen in de OZR’s. In verband met deze verkrijgingen voldoet X ruim € 4,1 mln aan overdrachtsbelasting. X MBH is echter van mening dat zij geen overdrachtsbelasting is verschuldigd. Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X MBH over de verkrijging van de aandelen in de OZR’s geen overdrachtsbelasting is verschuldigd, omdat de eigendomsrechten van X MBH zo beperkt zijn dat niet kan worden gezegd dat zij een belang heeft bij die OZ-aandelen. De staatssecretaris gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat X MBH overdrachtsbelasting is verschuldigd in verband met de verkrijging van de aandelen in de Nederlandse OZR’s. Er is geen reden om te veronderstellen dat de verkrijging van (uitsluitend) de juridische eigendom van OZ-aandelen niet als belastbaar feit zou moeten worden aangemerkt. Daarbij merkt de Hoge Raad op, onder verwijzing naar de wetsgeschiedenis, dat uit deze wetsgeschiedenis niet kan worden afgeleid dat het de bedoeling is geweest om het begrip ‘verkrijging’ in die zin te beperken dat belasting niet wordt geheven ter zake van het verkrijgen van uitsluitend de juridische eigendom. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van de staatssecretaris gegrond en doet de zaak zelf af.
Wetsartikelen:
Wet op belastingen van rechtsverkeer 4
Wet op belastingen van rechtsverkeer 2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van rechtsverkeer
Instantie: Hoge Raad
Editie: 12 april