Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt in hoger beroep dat het EU-verdedigingsbeginsel niet is geschonden ondanks dat X vof voorafgaand aan het opleggen van de BPM-naheffingsaanslag niet is gehoord. De inspecteur was namelijk niet verplicht om haar expliciet voor een gesprek uit te nodigen. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

X vof doet BPM-aangifte voor een gebruikte uit Duitsland afkomstige Hobby kampeerauto op een onderstel van een Fiat Ducato. Volgens de aangifte is de handelsinkoopwaarde € 17.956 en is de afschrijving 59,71%. X vof betaalt aldus € 4447. In geschil is de naheffingsaanslag van € 1761, uitgaande van een afschrijving van 43,75%. Rechtbank Noord-Nederland stelt de inspecteur in het gelijk. In hoger beroep wordt de ingezonden pleitnota van de gemachtigde wegens de beledigende woordkeus niet tot de gedingstukken gerekend. De gemachtigde mag de zaak evenwel op de zitting alsnog mondeling bepleiten.

Hof Arnhem-Leeuwarden (V-N 2020/22.19.45) oordeelt dat het EU-verdedigingsbeginsel niet is geschonden ondanks dat X vof voorafgaand aan het opleggen van de naheffingsaanslag niet is gehoord. De inspecteur was namelijk niet verplicht om haar expliciet voor een gesprek uit te nodigen (vgl. HR 4 december 2015, 12/02876, V-N 2015/64.9). De afschrijving van 43,75% is voor deze kampeerauto een reële waardevermindering (zie HR 12 mei 2017, 15/03459, V-N 2017/26.15). Het beroep van X vof is ongegrond.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Belastingheffing van motorrijtuigen

Instantie: Hoge Raad

Editie: 26 januari

9

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen