X is eigenaar van een gemeubileerde woning in de gemeente Bergen, zonder in deze gemeente hoofdverblijf te houden. X verhuurt deze vakantiewoning via een verhuurbemiddelingsorganisatie.
Hof Amsterdam sluit zich aan bij de beslissing van de rechtbank dat forensenbelasting verschuldigd is voor de vakantiewoning die weliswaar bestemd is voor de verhuur, maar daarnaast ook door X wordt gebruikt. Hoewel de overeenkomst die X met de verhuurbemiddelingsorganisatie heeft gesloten voorziet in een doorlopende verhuuropdracht, blijft de woning voor X en zijn gezin beschikbaar, aldus de rechtbank. Dat in de overeenkomst voorwaarden over de te verhuren perioden zijn opgenomen, doet niet af aan de beschikbaarheid van de woning gedurende de overige perioden van het jaar. X is vrij de woning te gebruiken wanneer deze niet is verhuurd. Vast staat dat de woning in 2010 gedurende 109 dagen verhuurd is geweest en gedurende 41 dagen door X is gebruikt. Dit betekent dat de woning in 2010 gedurende 215 dagen heeft leeggestaan. Deze dagen tellen mee bij de berekening van de periode gedurende welke de woning beschikbaar is gehouden voor X en zijn gezin (HR 22 december 2006, nr. 40.609, V-N 2007/2.5). Hieruit vloeit voort dat de woning eiser in 2010 gedurende meer dan 90 dagen ter beschikking stond.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 26 januari