Hof Amsterdam oordeelt dat een legestarief pas onverbindend is wanneer de maatstaf waarnaar de leges worden geheven naar haar aard tot een willekeurige en onredelijke belastingheffing leidt. Daarvan is in het onderhavige geval, ondanks een tarief van (omgerekend) 12,38%, naar het oordeel van het hof geen sprake. 

Belanghebbende, X bv, vraagt bij de gemeente Zaanstad een omgevingsvergunning aan voor de bouw van een bedrijfshal ten behoeve van de vestiging van een groothandel in bouwmaterialen met bijbehorende terreininrichting. De heffingsambtenaar legt in verband hiermee een aanslag leges op van € 112.069,48. De leges zijn berekend naar de oppervlakte van het bouwwerk. Uitgedrukt in een percentage van de bouwkosten bedragen de leges 12,38%. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de legesheffing jegens X leidt tot een onredelijke en willekeurige belastingheffing, aangezien een redelijke verhouding tussen de legesheffing en de bouwkosten ontbreekt (Rechtbank Noord-Holland 20 december 2013, nr. HAA 12/4946, V-N 2014/16.31).

Hof Amsterdam oordeelt dat een legestarief pas onverbindend is wanneer de maatstaf waarnaar de leges worden geheven naar haar aard tot een willekeurige en onredelijke belastingheffing leidt. Daarvan is in het onderhavige geval, ondanks een tarief van (omgerekend) 12,38%, naar het oordeel van het hof geen sprake. Van de door de gemeente gehanteerde maatstaf, die erop neerkomt dat de leges bouwactiviteiten worden geheven in evenredigheid met de oppervlakte van de te bouwen opstal, kan namelijk niet worden gezegd dat deze naar haar aard willekeurig en onredelijk uitwerkt, waarbij het hof in aanmerking neemt dat een zekere correlatie aanwezig zal zijn tussen enerzijds het aantal te bouwen m² en anderzijds het aan de desbetreffende omgevingsvergunning te ontlenen profijt. Voor het overige dient het hof zich bij de beoordeling van de keuze van de heffingsmaatstaf en van de hoogte van het tarief en de daaruit voortvloeiende aanslag te onthouden van overwegingen die aan de (gemeentelijke) politiek zijn voorbehouden. Het hoger beroep van X bv is wel gegrond omdat de gemeente is uitgegaan van een onjuiste categorie bouwwerken in de tarieventabel leges.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 229 en 229b

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 26 januari

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen