Rechtbank Oost-Brabant hekelt het handelen van de gemachtigde van X. Het handelen van de gemachtigde is zowel tegenover de rechtbank als tegenover X zeer onfatsoenlijk.

De gemachtigde van belanghebbende, X, heeft namens X beroep ingesteld. X verklaart tegenover de rechtbank dat zij hiervan niet op de hoogte was.

Rechtbank Oost-Brabant hekelt het handelen van de gemachtigde van X. Allereerst acht de rechtbank de wijze waarop de machtiging via de website van gemachtigde tot stand komt, zeer dubieus. Vermoedelijk heeft de gemachtigde de digitale handtekening die X heeft gezet onder een aanmeldformulier voor bijstand in de bezwaarprocedure, geplakt onder de machtiging. Pas na de ontvangst van de uitspraak op bezwaar, is het X (die zelf een bezwaarschrift had ingediend) duidelijk geworden dat ook de gemachtigde namens haar bezwaar had ingediend. Vervolgens heeft de gemachtigde tegen de wil van X en met valse verklaringen beroep ingesteld. De rechtbank heeft X opgeroepen om in persoon ter zitting te verschijnen. De gemachtigde heeft vervolgens een half uur voor de zitting zichzelf en X afgemeld. X is toch ter zitting verschenen en heeft uitleg gegeven over de gang van zaken. De rechtbank is van oordeel dat het handelen van de gemachtigde jegens X alsmede jegens de rechtbank zeer onfatsoenlijk is. De rechtbank verklaart het beroep van X niet-ontvankelijk. X heeft ter zitting aangegeven dat zij zich kan vinden in de vastgestelde WOZ-waarde, zodat er geen procesbelang meer is en het beroep niet-ontvankelijk is.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Algemene wet bestuursrecht 2:1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 7 juli

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen