Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inkomsten nagenoeg gelijk zijn verdeeld over beide bronnen, zodat het loon niet bijkomstig van de winst is.

De heer X is acteur/zanger en geniet in 2015 naast winst uit onderneming (€ 54.821) ook looninkomsten (€ 46.850). Volgens X kwalificeert dit loon als winst uit onderneming (absorptiecriterium) en anders noopt het gelijkheidsbeginsel hiertoe. Vanaf 1995 zou de gemachtigde dit namelijk ook voor honderden andere artiesten met loondienstverbanden voor elkaar hebben gekregen.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat de inkomsten nagenoeg gelijk zijn verdeeld over beide bronnen, zodat het loon niet bijkomstig van de winst is. Het loon kan dus niet via absorptie tot de winst worden gerekend. X maakt ook niet aannemelijk dat de juiste wetstoepassing in vergelijkbare gevallen achterwege is gebleven (vgl. Hof Amsterdam 29 mei 2018, 17/00290, V-N 2018/41.25.6). Voor zover het wel vergelijkbare gevallen zijn, maakt X niet aannemelijk dat in de meerderheid daarvan loonbestanddelen tot winst uit onderneming zijn gekwalificeerd. Het beroep van X is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.5

Wet inkomstenbelasting 2001 3.1

Wet inkomstenbelasting 2001 2.14

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Noord-Holland

Editie: 13 juli

21

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen