Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de giften die X zonder tussenkomst van een ANBI heeft gedaan aan ashram in India niet op grond van het vertrouwensbeginsel aftrekbaar zijn. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

Belanghebbende, X, heeft betalingen gedaan aan een ashram in India. In geschil is of X deze betalingen op grond van het vertrouwensbeginsel mag aftrekken.

Hof Arnhem-Leeuwarden (EK VII, 23 augustus 2016, 16/00046, V-N 2016/60.1.3) oordeelt dat de giften die X zonder tussenkomst van een ANBI heeft gedaan aan ashram in India niet op grond van het vertrouwensbeginsel aftrekbaar zijn. Het hof acht niet aannemelijk dat een medewerker van de Belastingtelefoon zou hebben meegedeeld dat rechtstreekse betalingen aan een ashram in India aftrekbaar zijn. Op grond van citaten uit de dialoogondersteuning van de Belastingtelefoon is het niet aannemelijk dat de medewerker de afkorting ‘ANBI' en/of de term ‘algemeen nut beogende instelling' niet zou hebben genoemd in een gesprek over een gift aan een buitenlandse instelling. Conclusie is dat X de betalingen niet als aftrekbare gift in aanmerking mag nemen. Dat de betalingen bij de voorlopige aanslagregeling wel als giften zijn geaccepteerd, doet daaraan niet af.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 6.32

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hoge Raad

Editie: 14 juli

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen