Hof Den Haag oordeelt in navolging van de rechtbank dat de cultuurgrondvrijstelling in dit geval niet van toepassing is. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

Belanghebbende, X, is eigenaar van een vrijstaande woning met garage en hobbykas. De woning is gelegen op een perceel van 1493 m² waarvan een deel een bedrijfsbestemming heeft. In geschil is de WOZ-waarde van het geheel voor belastingjaar 2014. In bezwaar heeft de heffingsambtenaar de waarde verlaagd van € 403.000 naar € 340.000.

Hof Den Haag (MK I, 30 maart 2016, BK-15/00786, V-N Vandaag 2016/781) oordeelt in navolging van de rechtbank dat de cultuurgrondvrijstelling in dit geval niet van toepassing is. Ook als moet worden aangenomen dat een deel van de grond als agrarische grond moet worden beschouwd, dan mag dat X niet baten. Nu de grond niet bedrijfsmatig ten behoeve van de land- of bosbouw wordt geëxploiteerd, is niet aan de eisen van de vrijstelling voldaan. Het hof volgt ook overigens het oordeel van de rechtbank dat de WOZ-waarde, zoals die luidt na de uitspraak op bezwaar, niet te hoog is. Het hoger beroep van X is ongegrond.

De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken 2 lid 1-a

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Hoge Raad

Editie: 5 januari

11

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen