Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv het lage sectorpremiepercentage niet kan toepassen. Bij aanvang van het dienstverband is de omvang van de te verrichte werkzaamheden niet vastgelegd. Als die omvang na drie maanden wel in de overeenkomst wordt vastgelegd, wordt niet langer voldaan aan het vereiste dat het dienstverband tenminste een jaar zal duren.

Belanghebbende, X bv, drijft een horecaonderneming. Zij heeft met haar medewerkers arbeidsovereenkomsten gesloten voor de duur van 12 maanden en 0 uur per week. Drie maanden na aanvang van het dienstverband zijn de arbeidsovereenkomsten middels addenda gewijzigd van 0 uur per week naar het gemiddeld aantal uur dat gedurende de eerste drie maanden van de overeenkomst is gewerkt. In geschil is of X bv het lage sectorpremiepercentage mag toepassen. Dit lage percentage geldt voor werknemers die blijkens een schriftelijke arbeidsovereenkomst ten minste voor een jaar of voor onbepaalde tijd in dienstbetrekking zullen staat tot de werkgever.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv het lage sectorpremiepercentage niet kan toepassen. Bij aanvang van het dienstverband is de omvang van de te verrichte werkzaamheden niet vastgelegd. Als die omvang na drie maanden wel in de overeenkomst is vastgelegd, wordt niet langer voldaan aan het vereiste dat het dienstverband tenminste een jaar zal duren. In zoverre is het gelijk aan de inspecteur. Dat het beroep toch gegrond is komt doordat de inspecteur per abuis een deel van de sectorpremie in de naheffing heeft betrokken dat X bv al had afgedragen.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet financiering sociale verzekeringen 28

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting, Premieheffing

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 5 juli

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen