X bv is vanaf 4 mei 2018 houder van een bestelauto Volkswagen pick-up, die in 2014 door een derde uit Duitsland is geïmporteerd. Eind 2017 was bij een controle geconstateerd dat het een personenauto is. Aanvankelijk was daarom een mrb-naheffingsaanslag opgelegd, die na bezwaar is herroepen wegens het vertrouwensbeginsel. Later is dat opgewekte vertrouwen bij X bv expliciet door de mrb-inspecteur opgezegd. In geschil is thans de BPM-naheffingsaanslag van € 17.208, alsmede de verzuimboete van € 1543.
Rechtbank Noord-Holland verlaagt de aanslag in goede justitie tot € 10.261, rekening houdend met een afschrijvingsperiode van vier jaar en elf maanden, wat correspondeert met de datum waarop het opgewekte vertrouwen door de mrb-inspecteur is opgezegd. Het opgewekte vertrouwen werkt namelijk weliswaar door naar de BPM, maar de onjuiste kwalificatie als bestelauto kan niet tot in lengte van dagen in stand blijven. Vanwege het pleitbare standpunt wordt de boete vernietigd. Het beroep van X bv is deels gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:72
Algemene wet inzake rijksbelastingen 20
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 10
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Rechtbank Noord-Holland
Editie: 8 mei