Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar bij het bepalen van de WOZ-waarde 2017 van de agrarische objecten terecht gebruik heeft gemaakt van de landelijke taxatiewijzers. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat er voldoende goed vergelijkbare verkopen uit de regio voorhanden zijn die het gebruik van de taxatiewijzer overbodig zou maken.

Belanghebbende, X, is eigenaar van twee agrarische objecten: een agrarisch (gemengd) bedrijf met bedrijfswoning en een op hetzelfde perceel gelegen (afzonderlijke) agrarische woning.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar bij het bepalen van de WOZ-waarde 2017 van de agrarische objecten terecht gebruik heeft gemaakt van de landelijke taxatiewijzers. X heeft niet aannemelijk gemaakt dat er voldoende goed vergelijkbare verkopen uit de regio voorhanden zijn die het gebruik van de taxatiewijzer overbodig zou maken. Dat in de taxatiewijzer 2017 is vermeld dat vergelijking van de geschoonde koopsommen van de voor de marktanalyse gebruikte transacties van melkveehouderijbedrijven met de in TIOX gevonden modelwaarden een gemiddelde afwijking van 13% heeft laten zien, leidt niet tot de conclusie dat de heffingsambtenaar de (totale) modelwaarde uit TIOX van het agrarisch object had moeten corrigeren met deze 13%. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond en handhaaft de WOZ-waarden op € 1.060.000 en € 144.000.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 21 augustus

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen