Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat B. en W. van de gemeente Assen de twijfel die het aanwijsbesluit oproept over de bevoegdheid van de heffingsambtenaar niet heeft kunnen wegnemen. Inhoudelijk oordeelt het hof echter dat de WOZ-waarde niet te hoog is.

Belanghebbende, X, is het niet eens met de WOZ-waarde 2016 van zijn woning. Hij bepleit verlaging van € 241.000 naar € 225.000.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat B. en W. van de gemeente Assen de twijfel die het aanwijsbesluit oproept over de bevoegdheid van de heffingsambtenaar niet heeft kunnen wegnemen. Het aanwijsbesluit is niet gedateerd, bevat een aantal schrijffouten, heeft een afwijkende layout ten opzichte van eerdere aanwijsbesluiten en heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2018. Niet aannemelijk is geworden dat [B], teamleider Belastingen bij de gemeente Aa en Hunze, aangewezen is als heffingsambtenaar van de gemeente Assen. Daarom staat niet vast dat [B] bevoegd was als heffingsambtenaar te handelen, zodat deze persoon [A] niet kon machtigen ter zitting van het hof namens de heffingsambtenaar op te treden. Dit betekent dat het hof geen acht kan slaan op hetgeen [A] en taxateur [E] ter zitting hebben verklaard. Voor de afloop van deze procedure maakt dit echter geen verschil. Het hof is op basis van het taxatierapport met matrix en de toelichting bij de rechtbank van oordeel dat de WOZ-waarde niet te hoog is vastgesteld.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Gemeentewet 232

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 23 januari

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen