X is eigenaar van een woning. De heffingsambtenaar stelt de WOZ-waarde voor het belastingjaar 2019 na bezwaar vast op € 282.000. Rechtbank Limburg verklaart het beroep ongegrond. X komt in hoger beroep en staat een waarde van € 241.000 voor.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat de heffingsambtenaar de WOZ-waarde niet aannemelijk maakt en vermindert de waarde naar € 241.000. De heffingsambtenaar heeft geen aannemelijke verklaring gegeven voor de opwaardering in verband met kwaliteit en onderhoud van 21%. Het hof acht een verschil in kwaliteit en onderhoud met de vergelijkingsobjecten niet zonder meer aannemelijk. Het enkel afgaan op een verklaring van X in een voormelding is onvoldoende om de bovengemiddeld goede staat van de woning aannemelijk te maken. De heffingsambtenaar heeft de zaak niet inpandig opgenomen. Hij onderbouwt ook niet waarom de door X voorgestane waarde te laag is. De enkele stelling dat een waardecorrectie van 21% correct is en een waardecorrectie van 6% te laag is, is onvoldoende om de door X verdedigde waarde te betwisten. Het hoger beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 4 februari