Hof 's-Hertogenbosch verwerpt zowel het door de heffingsambtenaar ingebrachte taxatierapport als de twee taxatierapporten van X en acht beide partijen er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat de door hen verdedigde waarden juist zijn. 

Belanghebbende, X, is eigenaar van een vrijstaand bedrijfspand uit 1992 gelegen op een zichtlocatie op een industrieterrein. In geschil is de WOZ-waarde 2012 van deze onroerende zaak. Rechtbank Zeeland-West-Brabant heeft in beroep de WOZ-waarde verlaagd van € 762.000 naar € 719.000.

Hof 's-Hertogenbosch verwerpt zowel het door de heffingsambtenaar ingebrachte taxatierapport als de twee taxatierapporten van X en acht beide partijen er niet in geslaagd aannemelijk te maken dat de door hen verdedigde waarden juist zijn. Het hof stelt de waarde van het bedrijfspand in navolging van de rechtbank in goede justitie vast op € 719.000. Zowel het hoger beroep van X als dat van de heffingsambtenaar is ongegrond. In dat laatste ziet het hof reden de heffingsambtenaar te veroordelen tot betaling van een tegemoetkoming in de kosten die X in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijze heeft moeten maken. Het hof stelt die tegemoetkoming vast op een bedrag van € 837,96.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Waardering onroerende zaken

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 17 juli

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen