De Hoge Raad corrigeert het rentepercentage dat de rechtbank heeft gebruikt om het rentenadeel te berekenen ter zake van het in strijd met het Unierecht door X betaalde BPM.

X is het niet eens met de hoogte van de belastingrente waarop hij recht heeft in verband met een in strijd met het Unierecht geheven bedrag aan BPM.

De Hoge Raad corrigeert het rentepercentage dat de rechtbank heeft gebruikt om het rentenadeel te berekenen ter zake van het in strijd met het Unierecht door X betaalde BPM. De rechtbank heeft het rentebedrag vastgesteld op basis van 4% enkelvoudige rente. Op basis van de prejudiciële beslissing van de Hoge Raad van 28 januari 2022, V-N 2022/8.17, moet in dit geval echter worden aangesloten bij de periodiek op de website van DNB gepubliceerde gegevens betreffende “Bancaire rente op consumptief krediet en overige leningen aan huishoudens”. Dit betreft 5,53% voor de maand september 2011. Anders dan het hof heeft aangenomen rust in dit opzicht op X dus geen bewijslast. X stelt echter tevergeefs dat op grond van de Richtlijn 2011/7/EU een rentepercentage van 8% moet worden gehanteerd (vgl. HR 11 oktober 2019, V-N 2019/49.20). De Hoge Raad verhoogt de belastingrente en de in hoger beroep toegekende proceskostenvergoeding.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 8:75

Invorderingswet 1990 29

Invorderingswet 1990 28c

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 6 februari

19

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen