Hof Den Haag verklaart de hoger beroepen van X tegen de aanslagen rioolheffing en zuiveringsheffing ongegrond, maar kent wel een proceskostenvergoeding toe van € 2254,50.

Belanghebbende, X, komt in bewaar en beroep tegen aanslagen rioolheffing en zuiveringsheffing van SVHW. Als de rechtbank de beroepen afwijst, stelt X hoger beroep in.

Hof Den Haag verklaart de hoger beroepen van X tegen de aanslagen rioolheffing en zuiveringsheffing ongegrond, maar kent wel een proceskostenvergoeding toe van € 2254,50. De heffingsambtenaar van de gemeenschappelijke regeling SVHW is voor de heffing van de rioolheffing van de gemeente aangewezen als de in art. 231 lid 2 onderdeel b Gemeentewet bedoelde ambtenaar. Bij de rioolheffing is de opbrengstlimiet niet overschreden. Ook bij de zuiveringsheffing is dit niet het geval. De heffingsambtenaar van het Waterschap Hollandse Delta heeft voldoende inzicht verschaft in de ramingen van de aan het jaar 2016 toerekenbare kosten die zijn verbonden aan de behartiging van de taak inzake het zuiveren van afvalwater. Aangezien pas in de laatste fase van de behandeling van het hoger beroep - op aandringen van het hof - de informatie is verstrekt waaruit dit kon worden afgeleid, ziet het hof reden de heffingsambtenaar in de zaak betreffende de aanslag in de zuiveringsheffing van het Waterschap voor het jaar 2016 te veroordelen in de proceskosten van X.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 231

Gemeentewet 228a

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Belastingen van lagere overheden

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 21 augustus

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen