Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet is geslaagd in het bewijs dat het aan (voorwaardelijk) opzet of grove schuld van X is te wijten dat te weinig belasting is geheven. Het hof vernietigt de boetebeschikking.

X heeft in zijn aangifte IB/PVV 2015 een gift afgetrokken die de inspecteur heeft geweigerd. In hoger beroep is uitsluitend nog in geschil of de vergrijpboete terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd. Rechtbank Den Haag acht het daarvoor vereiste opzet bewezen.

Hof Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet slaagt in het bewijs dat het aan (voorwaardelijk) opzet of grove schuld van X is te wijten dat te weinig belasting is geheven. De inspecteur voert ter zitting geen stukken aan die het vermoeden dat X bewust gebruik heeft gemaakt van een valse giftkwitantie rechtvaardigen. Ook rechtvaardigt de inspecteur niet het vermoeden dat X zich ten tijde van het doen van zijn aangifte IB/PVV 2015 bewust is geweest dat de aangifte voor wat betreft de giftenaftrek aan Stichting B onjuist was dan wel dat hem op deze punten grove onachtzaamheid kan worden verweten. Het hof vernietigt de boetebeschikking. Het hoger beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 67d

Wet inkomstenbelasting 2001 6.32

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Hof Den Haag

Editie: 6 februari

25

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen