Eiser geniet een AOW-uitkering en heeft van mei 2011 tot en met april 2015 te weinig AOW ontvangen. Hij ontvangt in 2015 een nabetaling van € 17.906 bruto. Eiser neemt dit op in zijn aangifte IB/PVV 2015. Verweerder legt de aanslag op conform de aangifte en handhaaft de aanslag in de uitspraak op bezwaar. Eiser is van mening dat de nabetaling moet worden toegerekend aan elk van de jaren waarop deze betrekking heeft en gaat in beroep.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat de nabetaling aan 2015 moet worden toegerekend, nu vast staat dat eiser de nabetaling in 2015 heeft ontvangen. Een AOW-uitkering wordt op grond van art. 3.146 Wet IB geacht te zijn genoten op het tijdstip waarop deze is ontvangen. Het beroep is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.146
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 29 mei