Rechtbank Den Haag handhaaft de aan een discotheekhouder opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting maar vermindert de daarbij opgelegde boetebeschikking.

X bv exploiteert een discotheek. Na een boekenonderzoek stelt de inspecteur zich onder meer op het standpunt dat X bv zwarte lonen heeft betaald en de ontvangsten niet tot de juiste bedragen heeft verantwoord. Gevolg is de aan X bv opgelegde naheffingsaanslag omzetbelasting met een vergrijpboete waartegen X bv in beroep komt.

Rechtbank Den Haag is van mening dat de bevindingen van de inspecteur juist zijn en dat de verschillen tussen de verantwoorde en de werkelijke omzetten dusdanig groot zijn dat omkering van de bewijslast geldt. De naheffingsaanslag wordt gehandhaafd. Betreffende de vergrijpboete beslist de rechtbank dat X bv, met name vanwege het betalen van zwarte lonen, willens en wetens omzet heeft verzwegen. De boete is passend en geboden. In de loop van het geding heeft de inspecteur zich echter op het standpunt gesteld dat er redenen zijn om de boete te matigen en dat deze moet worden verminderd met 10%. De rechtbank sluit zich hier bij aan. De boete wordt verder verminderd vanwege overschrijding van de redelijke termijn. Het beroep tegen de naheffingsaanslag is ongegrond, tegen de boetebeschikking gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 2 mei

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen