Belanghebbende, X, maakt bezwaar tegen de WOZ-waarde 2013 van zijn woning. De heffingambtenaar verklaart het bezwaar niet-ontvankelijk nadat hij X diverse malen in de gelegenheid heeft gesteld om tijdige indiening van het bezwaar aan te tonen. Rechtbank Noord-Holland verklaart het bezwaar alsnog ontvankelijk, maar handhaaft de vastgestelde WOZ-waarde. De rechtbank kent geen proceskostenvergoeding toe omdat de noodzaak tot het instellen van beroep hier uitsluitend is voortgevloeid uit de handelwijze van X.
Hof Amsterdam is het niet eens met het oordeel van de rechtbank dat de noodzaak tot het instellen van beroep uitsluitend is voortgevloeid uit de handelwijze van X. Vaststaat dat X het bezwaar tijdig heeft ingediend, via een faxnummer dat daarvoor gebruikt kon worden. Dat het bezwaarschrift vervolgens bij de gemeente intern in het ongerede is geraakt, moet aan de heffingsambtenaar worden toegerekend. Het hof kent X alsnog een proceskostenvergoeding toe. Wat betreft de WOZ-waarde schaart het hof zich achter de gezamenlijke opvatting van partijen dat deze vastgesteld moet worden op een bedrag van € 171.000 (was € 182.000).
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Algemene wet bestuursrecht 8:75
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Waardering onroerende zaken
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 28 december