A-G Cruz Villalón concludeert dat de weigering van Duitsland om de door buitenlandse dochterondernemingen betaalde VPB te verrekenen niet in strijd met het EG-recht is. Hierbij is niet van belang dat verrekening wel mogelijk is voor Duitse dochterondernemingen.

Het Amerikaanse Kronos International Inc. heeft haar bestuurszetel in Duitsland en houdt aandelen in diverse vennootschappen. Kronos kan de VPB die ze in Duitsland is verschuldigd niet verrekenen met de VPB die door haar (klein-)dochterondernemingen, die in andere lidstaten of derde landen zijn gevestigd, is betaald. Ook is het niet mogelijk om, bij een Duits verlies, teruggave van deze belasting te krijgen. Kronos lijdt in de jaren 1993-2001 verlies en verzoekt om verrekening met de VPB die zij in Duitsland heeft betaald, en om teruggave van de belasting die haar in andere lidstaten of derde landen gevestigde (klein-)dochterondernemingen tussen 1991 en 2001 hebben betaald. De Duitse Belastingdienst wijst het verzoek af omdat de VPB over dividenden slechts kan worden verrekend als de dividenden zijn meegerekend als belastbare inkomsten. Omdat de buitenlandse dividenden zijn vrijgesteld, kunnen ze niet als belastbare inkomsten in aanmerking worden genomen. De Duitse rechter heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.

Advocaat-generaal (A-G) Cruz Villalón concludeert dat de Duitse regeling, waarbij verrekening en teruggaaf van de VPB die is betaald door niet-ingezeten (klein-)dochterondernemingen van een Duitse vennootschap wordt geweigerd wanneer de moedermaatschappij verlies lijdt, niet in strijd is met het EG-recht. De A-G overweegt hierbij dat niet van belang is dat verrekening wel mogelijk is voor Duitse dochterondernemingen, en teruggave mogelijk is in geval van verlies.

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht

Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie (Advocaat-Generaal)

Editie: 13 november

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen