Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar van de provincie X terecht geen teruggaaf van leges heeft verleend. De heffingsambtenaar heeft echter niet onderkend dat X met zijn verzoek ook een beroep op de hardheidsclausule heeft gedaan ten aanzien waarvan de heffingsambtenaar niet bevoegd is een beslissing te nemen.

X dient bij de provincie Noord-Brabant een aanvraag in om een tegemoetkoming faunaschade op grond van art. 6.1 Wet natuurbescherming. De heffingsambtenaar van de provincie legt hem voor de behandeling van de aanvraag een aanslag leges op van € 300. X stelt dat hij recht heeft op teruggaaf van de leges omdat de faunaschade deels is veroorzaakt door de das.

Rechtbank Oost-Brabant oordeelt dat de heffingsambtenaar van de provincie X terecht geen teruggaaf van leges heeft verleend. De verordening biedt twee mogelijkheden voor vermindering of terugbetaling van leges en X valt hier niet onder. De heffingsambtenaar heeft echter niet onderkend dat X met zijn verzoek ook een beroep op de hardheidsclausule heeft gedaan ten aanzien waarvan de heffingsambtenaar niet bevoegd is een beslissing te nemen. Die bevoegdheid komt aan het college van gedeputeerde staten toe. De heffingsambtenaar moet om die reden het bezwaarschrift van X aan het college toesturen zodat die een beslissing over het toepassen van de hardheidsclausule kan nemen. De rechtbank verklaart het beroep van X overigens gegrond omdat de heffingsambtenaar het bezwaar van X ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Provinciewet 223

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 22 februari

31

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen