Rechtbank Oost-Brabant verlaagt de WOZ-waarde van twee dagverblijven voor verstandelijk gehandicapten, maar handhaaft de waarde van het woonzorgcentrum.
X komt op tegen de WOZ-beschikkingen 2018 van twee dagverblijven en één woonzorgcentrum.
Rechtbank Oost-Brabant verlaagt de WOZ-waarde van twee dagverblijven voor verstandelijk gehandicapten, maar handhaaft de waarde van het woonzorgcentrum. Wat betreft de dagverblijven oordeelt de rechtbank als volgt. Partijen hebben niet de aannames en gegevens die aan de in de door hen gebruikte archetypes uit de Taxatiewijzer Verzorging vermelde (bandbreedte van) prijzen per m² ten grondslag liggen inzichtelijk en controleerbaar gemaakt (HR 17 augustus 2018, ECLI:NL:HR:2018:1316, V-N 2018/42.18). Partijen hebben de restwaarden voor de technische veroudering evenmin aannemelijk gemaakt. De rechtbank verlaagt de WOZ-waarde naar € 1.900.000 (was € 2.021.000) respectievelijk € 1.100.000 (was € 1.266.000). Wat betreft het woonzorgcentrum oordeelt de rechtbank dat beide partijen de grootte van de basiskavel en daarmee de grondwaarde niet aannemelijk hebben gemaakt. Gelet op het aanzienlijke verschil tussen de vastgestelde waarde en de getaxeerde waarde, heeft de heffingsambtenaar de waarde van het zorgcentrum echter niet op een te hoog bedrag vastgesteld. De rechtbank vermindert wel de heffingsgrondslag voor de gebruikersbelasting OZB omdat partijen het eens zijn geworden over een verhoging van de woondelenvrijstelling.
Wetsartikelen:
Wet waardering onroerende zaken 17
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Waardering onroerende zaken
Instantie: Rechtbank Oost-Brabant
Editie: 26 mei