Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep van X ongegrond. De rechtbank ziet in de door partijen aangedragen voorbeelden geen aanleiding voor het oordeel dat de heffingsambtenaar is uitgegaan van een onjuiste waardeopbouw.

Belanghebbende, X, is een woningstichting die eigenaar is van 2890 onroerende zaken in de gemeente Vught. De gemeente en X hebben in overleg het complete woningareaal van X ingedeeld in referentiegroepen waarbij telkens één object (‘de voorbeeldwoning') als representatief voor de onroerende zaken in de betreffende groep is aangemerkt. Vervolgens hebben partijen de waarde van de voorbeeldwoningen bepaald. Die waardes zijn bij de rechtbank niet in geschil. Alleen in geschil is hoe vanuit de voorbeeldwoningen de vertaalslag gemaakt moet worden naar de onroerende zaken in de bijbehorende referentiegroep. Om hun standpunten inzichtelijk te maken hebben partijen, ieder voor zich, vier voorbeeldwoningen uit het woningbestand van X gekozen, waarbij de vertaalslag naar één of meer onroerende zaken uit de onderliggende referentiegroep voor de rechtbank inzichtelijk is gemaakt.

Rechtbank Oost-Brabant verklaart het beroep van X ongegrond. De rechtbank ziet in de door partijen aangedragen voorbeelden geen aanleiding voor het oordeel dat de heffingsambtenaar is uitgegaan van een onjuiste waardeopbouw. Evenmin leiden de na hertaxatie door de gemeente aangehouden eenheidsprijzen per m² en m³ in de aangedragen voorbeelden tot resultaten die, gelet op de aanwezige verschillen in objectkenmerken tussen de voorbeeldwoningen en de daarmee vergeleken onroerende zaken, niet verklaarbaar en daarmee niet marktconform zijn. Voor zover de heffingsambtenaar in twee van de door X aangedragen voorbeelden bij de hertaxatie is teruggekomen van de oorspronkelijke differentiatie naar m³ afhankelijk van de grootte van het object, is daar ter zitting door de heffingsambtenaar een duidelijke en aannemelijke verklaring voor gegeven.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet waardering onroerende zaken 17

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Waardering onroerende zaken

Instantie: Rechtbank Oost-Brabant

Editie: 25 april

2

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen