Naar aanleiding van een boekenonderzoek legt de inspecteur IB-navorderingsaanslagen IB/PVV 2013 -2015 op aan X. Dit in verband met het vermoeden dat X meer ROW-inkomsten heeft genoten dan hij heeft aangegeven. Verder acht de inspecteur de in aftrek gebrachte hypotheekrente niet aftrekbaar. X is het daar niet mee eens.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur de substantiële bedragen die op de bankrekening zijn binnengekomen terecht tot de ROW-inkomsten van X heeft gerekend. De bedragen zijn ontvangen voor soortgelijke werkzaamheden als die welke X verricht vanuit zijn eenmanszaak. Verder is ook niet duidelijk dat het gaat om inkomsten van één van de vennootschappen van X, die naar de verkeerde bankrekening zijn overgemaakt. X heeft geen concrete stukken ingebracht waaruit blijkt dat de gelden toebehoren aan die vennootschappen. De schatting van de inkomsten is verder redelijk en niet willekeurig. Voor de hypotheekrente geldt dat die slechts aftrekbaar is voor één woning. De andere woning behoort tot het box 3-vermogen. Het beroep van de inspecteur op interne compensatie wordt verworpen. De ROW-correctie is niet te laag, zodat X recht heeft op aftrek van de hypotheekrente. De rechtbank vermindert de IB-navorderingsaanslag 2013.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 3.111
Wet inkomstenbelasting 2001 3.90
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 18 mei