Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de identificatie van de heer X betrouwbaar is, aangezien in het BVR-systeem slechts één persoon voorkomt met de achternaam X die gehuwd is met iemand met de achternaam Y.

Aan de heer X (belanghebbende) zijn in het kader van het project Bank Zonder Naam diverse navorderingsaanslagen, alsmede verhogingen en boetes (hierna: boetes) van 100% opgelegd. De inspecteur stelt dat X en zijn echtgenote, mevrouw Y, een en/of bankrekening hadden bij Van Lanschot Bankiers (VLB) in Luxemburg. X reageert aanvankelijk niet op het verzoek van de inspecteur om inlichtingen. De zoon van X verklaart later in telefoongesprek dat zijn vader zich niet veel meer kan herinneren. Er zou vroeger wel een rekening zijn geweest bij de Deutsche Bank, maar die zou begin jaren '90 zijn opgeheven. Na bezwaar worden de boetes verminderd met 20% wegens overschrijding van de redelijke termijn. Rechtbank 's-Gravenhage oordeelt dat de identificatie betrouwbaar is, aangezien in het BVR-systeem slechts één persoon voorkomt met de achternaam X die gehuwd is met iemand met de achternaam Y. De verlengde navorderingstermijn is voorts met de vereiste voortvarendheid toegepast. De schattingen van de inspecteur zijn ook redelijk. Vanaf 2001 moeten de inkomensbestanddelen wel voor de helft aan Y worden toegerekend. De beroepen van X zijn in zoverre gegrond. De boetes zijn ook passend en geboden, mede gezien het feit dat ze in de bezwaarfase al met 20% zijn verminderd. X heeft recht op een immateriële schadevergoeding van € 500 wegens overschrijding van de redelijke termijn.

 

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank 's-Gravenhage

Editie: 25 januari

0

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen