Hof Den Haag oordeelt in hoger beroep dat de stellingen met alsnog ingebrachte stukken, voor zover al enigszins te volgen, volstrekt onvoldoende zijn om welke (extra) aftrek dan ook te onderbouwen.
De heer X claimt in zijn IB-aangiften over 2013 en 2014 aanvankelijk met succes grote aftrekposten. Het betreft giftenaftrekken van € 6500 (2013) en € 17000 (2014) , alsmede de scholingsaftrek van € 11.750 (2014). Naar aanleiding van de aangifte over 2015 start de inspecteur een onderzoek naar 2013 en 2014. X kan de betreffende aftrekken vervolgens niet met stukken onderbouwen. In geschil zijn de (navorderings)aanslagen over 2013, 2014 en 2015. Volgens X heeft de inspecteur een ambtelijk verzuim begaan door zijn eerdere aangiften niet te onderzoeken. Rechtbank Den Haag overweegt dat de aard en hoogte van de aftrekposten geen aanleiding vormde voor verplicht nader onderzoek. Er is dus een nieuw feit. X stelt vergeefs dat de Stichting G.O.D. ten onrechte geen anbi-status heeft.
Hof Den Haag oordeelt dat de stellingen van X met alsnog ingebrachte stukken, voor zover al enigszins te volgen, volstrekt onvoldoende zijn om welke (extra) aftrek dan ook te onderbouwen. Voor het overige blijkt uit niets dat met de navorderingen een nationaal of verdragsrechtelijk beginsel is geschonden. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.
Lees ook het thema Navordering
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof Den Haag
Editie: 12 oktober